Klinische chemie en microbiologie
Bij Spijkenisse Medisch Centrum kunt u terecht voor klinisch chemische- en medisch microbiologische diagnostiek, van afname tot consult. De medisch microbiologische diagnostiek wordt uitgevoerd bij het MaasstadLab. Voor meer informatie over medisch microbiologisch onderzoek kijkt u op de website labdiagnostiek.nl. Ook kunt u bellen met het MaasstadLab via 010 – 291 1475.
Voor de meeste onderzoeken, waaronder bloedprikken, kunt u zonder afspraak terecht. In enkele gevallen kan wel een korte wachttijd bestaan.
Voor de volgende onderzoeken is het wel nodig eerst een afspraak te maken via 0181 – 65 85 49:
- Glucosetolerantietest
- Lactosetolerantietest
- Suikers absorptie- en tolerantietest
- IJzerbelastingscurve
- Spermaonderzoek (bel hiervoor naar 0181 – 65 85 42)
Voor overige vragen kunt u bellen met 0181 – 65 85 42.
U neemt uw patiëntenkaart mee en de aanvraagformulieren die u van uw arts gekregen heeft. Heeft u nog geen patiëntenkaart? Laat deze dan eerst maken bij de afsprakenbalie in de centrale hal. U heeft hiervoor een geldig legitimatiebewijs en de verzekeringspas van uw zorgverzekeraar nodig.
Voor sommige onderzoeken moet u nuchter zijn. Dit betekent: 12 uur van tevoren niets eten of drinken, met uitzondering van water en koffie en thee zonder suiker en melk. Medicijnen kunt u gewoon met wat water innemen.
De laboratoria zorgen ervoor dat de uitslagen bij uw arts of verloskundige komen. Wij mogen geen uitslagen direct aan patiënten verstrekken.
Een overzicht van de referentiewaarden locatie KCL SMC vindt u hier.
Lichaamsmateriaal, bijvoorbeeld bloed, wordt afgenomen voor onderzoeken en behandeling. Materiaal dat overblijft kan voor andere doeleinden gebruikt worden, bijvoorbeeld om de kwaliteit van onderzoek en behandeling te verbeteren. Dit gebeurt altijd anoniem. Er kan dus niet meer worden nagegaan van wie het materiaal afkomstig is. Als u bezwaar heeft tegen het verdere gebruik van uw lichaamsmateriaal kunt u dit aangeven bij een van de medewerkers bloedafname. Bezwaar aantekenen is slechts één keer noodzakelijk. Zie voor meer informatie de folder Nader gebruik lichaamsmateriaal.
Bij de voorbereidingen van een bloedtransfusie controleert het laboratorium in een landelijk register (TRIX) of eerder antistoffen tegen rode bloedcellen van anderen in uw bloed zijn gevonden. Antistoffen komen bij meer mensen voor en kunnen ontstaan als gevolg van een eerdere bloedtransfusie of een zwangerschap. Door gegevens van deze antistoffen op te zoeken en te registreren in TRIX kan het ziekenhuis zo goed mogelijk passend bloed voor u uitzoeken. Zo worden bijwerkingen voorkomen en wordt voor maximale veiligheid gezorgd tijdens de bloedtransfusie.
Indien u bezwaar heeft tegen registratie van uw gegevens in TRIX of het raadplegen van TRIX om passend bloed voor u te vinden, maakt u dit dan kenbaar aan uw behandelend arts! Zie voor meer informatie de folder Bloedtransfusie.
Onderzoeken
Bij dit onderzoek wordt urine verzameld om de uitscheiding van bepaalde stoffen te kunnen meten. Welke stoffen in uw geval van belang zijn, bepaald uw behandelend arts.
Cortisol is een hormoon dat in de bijnier wordt gemaakt. Door het meten van cortisol in speeksel kan worden vastgesteld of de bijnier teveel cortisol maakt. Hiervoor dient rond middernacht een beetje speeksel te worden verzameld omdat op dat tijdstip zeer weinig cortisol in het speeksel hoort te zitten.
Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in het verloop van de glucosewaarde in het bloed.
De glucose tolerantie test is een onderzoek om suikerziekte (diabetes) op te kunnen sporen. Gekeken wordt hoe het lichaam reageert op het innemen van suiker (glucose). Dit gebeurt door het meten van de hoeveelheid glucose in uw bloed na het drinken van een glucose houdende drank.
Nadat een lactosehoudend drankje is ingenomen, stijgt normaal gesproken het glucosehalte in het bloed binnen het uur en treden geen buikklachten op. Als de lactose niet goed wordt omgezet in de dunne darm, kunnen krampen en diarree ontstaan. De test wordt onder andere uitgevoerd bij onbegrepen buikklachten en verdenking op lactose intolerantie.
Uw ontlasting wordt onderzocht op de aanwezigheid van bloed.
Het onderzoek maakt deel uit van het onderzoek naar (on)vruchtbaarheid. Met behulp van de microscoop wordt het sperma onderzocht op het aantal, de beweeglijkheid en de vorm van de zaadcellen. Ook worden de zuurgraad, het volume en de zuiverheid onderzocht.
Bij deze test wordt de urine onderzocht op de aanwezigheid en concentratie van verschillende suikers, die door de darmwand worden opgenomen en door de nieren worden uitgescheiden. Zo kan het functioneren van de darmen in kaart worden gebracht en overgevoeligheid voor bepaalde suikers worden opgespoord. De test kan zowel bij volwassenen als bij kinderen worden uitgevoerd.
Bij dit onderzoek wordt gekeken of 5- hydroxy-3-indolazijnzuur (5-HIAA) in de urine aanwezig is. Dit kan aantonen of er aandoeningen aan het maag-darmstelsel zijn.
Na een vasectomie worden de zaadcellen, die nog steeds in de testikels worden gevormd, door het lichaam afgebroken. Het zaadmonster bestaat na sterilisatie uit met name prostaatvocht. Na de operatie krijgt u een steriel opvangpotje, een laboratoriumformulier en een afspraak mee. Een spermacontrole vindt plaats drie maanden én tenminste 25 zaadlozingen nadat de sterilisatie (vasectomie) is uitgevoerd. Na vasectomie bepalen twee factoren of de ingreep gelaagd is, namelijk de concentratie zaadcellen en de beweeglijkheid ervan.