Menu

Wachttijden

Poliklinische ingrepen
Goedaardige aandoeningen van/rondom de anus ( chirurgie)8 dagen
  
Polikliniek
Chirurgie4 dagen
Traumachirurgie5 dagen
  
Behandeling
Aambeien behandeling (hemorroïden) m.b.v. laser ( chirurgie)10 dagen
Borstcarcinoom operatieve verwijdering (chirurgie)15 dagen
Carpaaltunnelsyndroom klachten na eerdere operatie15 dagen
Elleboog zenuwbeknelling ( nervus ulnaris)10 dagen
Galblaasverwijdering (chirurgie)20 dagen
Liesbreuk operatieve behandeling ( hernia inguinalis/hernia femoralis ) (chirurgie)20 dagen
Navelbreuk (hernia umbilicalis bij volwassenen) (heelkunde)15 dagen
Pols kijkoperatie42 dagen
Polsfractuur7 dagen
Spataderen operatieve behandeling42 dagen
Verwijderen Osteosynthese materiaal7 dagen
  

De afdeling chirurgie behandelt verwondingen, tumoren, infecties en andere ziekten in het lichaam. Dit kan gaan om bijvoorbeeld:

  • letsel door een ongeval;
  • botbreuken;
  • liesbreuken;
  • ziekten van het maag-darmkanaal;
  • long- en vaatziekten;
  • verschillende vormen van kanker.

Chirurgen behandelen deze problemen vooral door operaties uit te voeren in het hele lichaam. Als het nodig is, werken chirurgen samen met andere specialisten, zoals de orthopeed, longarts, internist of oncoloog.

Folders

Voor een overzicht van de folders klikt u hier.

Aandoeningen

  • Aambeien

    Aambeien zijn zwellichamen of kussentjes bij de anus. Deze zwellichamen zijn een sponsachtig netwerk van bloedvaatjes, bedekt met slijmvlies. Normaal zitten de aambeien aan de binnenkant van de anus. Ze zorgen ervoor dat de anus goed dicht kan gaan. Als er veel druk op de zwellichamen komt, kunnen ze uitrekken en naar buiten gaan puilen. Dit kan pijn of een vervelend gevoel geven.

    Ook kan er bloed gaan stuwen in de zwellichamen, waardoor aambeien kunnen bloeden. Soms kan er een bloedstolsel ontstaan in kleine adertjes rond de anus. Dit is voelbaar en doet pijn. Dit noemen we een getromboseerd haemorrhoïd.

  • Buikwandbreuk

    Een buikwandbreuk is een bultje dat ontstaat doordat het buikvlies door een zwakke plek in de buikwand puilt. Dit noemen we een breuk.

    De breuk ontstaat door een opening of zwakke plek in de buikwand. Dit kan komen door aanleg bij de geboorte of doordat het weefsel uitrekt. Uitrekken kan gebeuren door vaak zwaar tillen, meer lichaamsgewicht, persen of veel hoesten.

    In het bultje kan soms een deel van de buikinhoud zitten. Als de druk in de buik hoger wordt, bijvoorbeeld bij staan, persen of hoesten, kan het bultje groter worden. Een buikwandbreuk gaat nooit vanzelf weg en kan groter worden. Daardoor kunt u meer last krijgen. De klachten hangen af van waar de breuk zit.

    Soms kan de breuk vast komen te zitten. Dan zit het buikvlies of de buikinhoud klem in de opening. Dit doet veel pijn en u heeft dan snel een spoedoperatie nodig.

  • Carpaaltunnelsyndroom

    Het carpale tunnelsyndroom is een beknelling van een zenuw in de pols. Deze zenuw heet de middelste zenuw (nervus medianus).

    De zenuw loopt vanaf de onderarm naar de handpalm door een tunnel in de pols. Deze tunnel bestaat uit kleine botjes en een stevig peesblad aan de handpalmzijde.

    Door deze tunnel lopen ook de pezen waarmee u uw vingers en hand kunt buigen. De zenuw kan bekneld raken als de ruimte in de tunnel kleiner wordt. Dit gebeurt door zwelling van het weefsel in of rond de tunnel.

  • Ganglion

    Een ganglion is een goedaardig bultje gevuld met geel, gel-achtig vocht. Het ganglion komt voort uit een gewricht of een pees. Het komt vooral voor aan de pols, maar kan ook op andere plekken in het lichaam zitten. Meestal is het niet duidelijk waarom een ganglion ontstaat.

  • Haarnestcyste

    Een haarnestcyste zit meestal in de bilspleet. Het is een holte onder de huid met een klein gaatje naar buiten. In deze holte zitten vaak haren. Die haren kunnen door wrijving door de huid komen, waardoor het gaatje ontstaat.

    De cyste kan makkelijk ontsteken. Ook kan het pijn doen of vocht geven. Waarom de cyste bij de ene persoon wel ontstaat en bij de ander niet, is niet helemaal duidelijk. Er zijn wel een paar risicofactoren. Die kunt u bespreken met uw arts.

  • Haperende vinger (tendovaginitis stenosans)

    Een haperende of klikkende vinger komt door een ontsteking van de buigpees of de peesschede van een vinger. De peesschede is een soort koker waar de pees doorheen glijdt.

    Door de ontsteking wordt de pees dikker. Hierdoor glijdt de pees niet meer soepel door de peesschede. Deze verdikking zit meestal tussen het eerste gewricht van de vinger en de hand. Na een tijdje kan de pees vast komen te zitten. Dan moet iemand u helpen om de vinger weer te strekken.

    Waarom het gebeurt, is vaak niet duidelijk. Soms komt het door overbelasting. Het is een onschuldige aandoening, maar wel vervelend.

  • Kloofje in de anus (fissura ani)

    Een fissuur is een klein kloofje. Een fissura ani is een pijnlijk kloofje in de anus.

    Het kloofje loopt in de lengte en zit aan de voorkant of achterkant van de anus, precies in het midden. Een kloofje in de anus geeft meestal scherpe pijn tijdens of na de stoelgang. Soms komt er ook wat bloed bij. Waarom het kloofje ontstaat en waarom het op bepaalde plekken zit, is niet helemaal duidelijk. Misschien komt het doordat een deel van de kringspier te strak staat. Hierdoor krijgt het weefsel minder bloed.

    Door de pijn en de strakke spier houdt u misschien de ontlasting op. Daardoor wordt de ontlasting hard. Elke keer als u dan naar het toilet gaat, scheurt het kloofje weer open. Zo blijft het kloofje lang bestaan.

  • Mastopathie

    Mastopathie is een naam voor goedaardige problemen in het borstweefsel. Het woord komt uit het Grieks: mastos betekent borst en pathie betekent ziekte of aandoening. Bij mastopathie voelt u één of meer knobbels, strengetjes, schijfjes of brokjes in de borst. Het borstweefsel voelt vaak onregelmatig aan.

    De borsten kunnen gespannen zijn en soms groter worden. Soms komt er vocht uit de tepels. Ook kunnen er cysten ontstaan. Een cyste is een goedaardig holletje met vocht erin. Een cyste kan groter of kleiner worden, en soms zelfs verdwijnen. Mastopathie kan in één borst zitten, maar ook in beide borsten. Ongeveer 10% van de vrouwen heeft hier last van, soms meer, soms minder.

    Pijn speelt een grote rol bij mastopathie. Bewegen en aanraken, zoals sporten, traplopen, vrijen, kinderen knuffelen of op de buik liggen, kan pijnlijk zijn. Ook als u stil zit, kunnen de borsten pijn doen.

    Kortom: mastopathie is een naam voor goedaardige knobbels en pijn in de borsten. Het is niet gevaarlijk, maar kan wel veel last geven.

  • Osteoporose

    Osteoporose is een ziekte van de botten. De botten worden zwakker en veranderen van structuur. Door de zwakkere botten breken ze makkelijker. Je botten vernieuwen zich het hele leven. Er is steeds afbraak en opbouw van bot.

    Calcium is een belangrijke stof voor je botten. Als er meer bot afgebroken wordt dan nieuw bot wordt gemaakt, worden je botten zwak en bros. Van buiten kunnen de botten er normaal uitzien, maar van binnen zijn ze dunner en zitten er grotere gaatjes in. Door dit broze bot kan het makkelijk breken.

    Bewegen is goed voor je botten. Ook gezonde voeding en genoeg calcium en vitamine D helpen om je botten sterk te houden.

  • Spataderen

    Spataderen zijn opgezwollen, kronkelige aderen die onder de huid zitten. Spataderen komen vooral voor in de benen.

    Het bloed moet vanuit je tenen via de aderen terug naar het hart stromen. In de aderen zitten kleppen. Die zorgen dat het bloed niet terug naar beneden kan zakken. Als deze kleppen kapot gaan, ontstaan spataderen.

    Er zijn grote spataderen. Die zie je meestal niet van buiten. Er zijn ook kleinere spataderen. Die zie je wel. Ze zien eruit als kronkelende blauwe, paarse of rode vaatjes. Grote spataderen kunnen zorgen voor een moe, zwaar en rusteloos gevoel in je benen.

    Je kunt ook last krijgen van eczeem, vocht in de benen en soms zelfs een open wond, het ‘open been’. Kleine spataderen zijn vooral lelijk om te zien.

Onderzoeken

  • Proctoscopie

    Bij een proctoscopie kijkt de dokter naar de binnenkant van de endeldarm en de anus.

    De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm. Hier wordt de ontlasting opgeslagen. De anus sluit de endeldarm af. De anus werkt als een stop.
    De ontlasting verlaat het lichaam via de anus. Bij het onderzoek gebruikt de dokter een kijkinstrument, de proctoscoop. Zo kan de dokter goed zien hoe het binnenin uw anus eruitziet.

  • Skeletscintigrafie

    Bij een skeletscintigrafie worden de botten in uw lichaam onderzocht. Er worden licht radioactieve stoffen in uw lichaam gebracht. Als deze stoffen zijn opgenomen, maakt een speciale camera foto’s van uw hele lichaam. De camera heet een gammacamera en is vierkant van vorm. De camera ziet waar de stoffen in uw lichaam zitten. De camera geeft zelf geen straling af.

  • Vaatonderzoek Enkel Arm Index (EAI)

    Met het vaatonderzoek EAI kijkt de dokter naar de bloedstroom in uw slagaders.

    Dit onderzoek is voor mensen die pijn in hun benen krijgen tijdens het lopen. Dit heet ‘etalagebenen’. Tijdens het onderzoek worden de slagaders in uw armen en benen onderzocht.

    Een vaatlaborant gebruikt geluidsgolven om naar de bloedstroom te luisteren. Daarna wordt uw bloeddruk gemeten in beide armen en benen. Afhankelijk van uw klachten doet u misschien ook een looptest op een lopende band.

Behandelingen

  • Aambeienbehandeling met barron band

    krijgt een behandeling voor aambeien. De arts plaatst één of meer elastiekjes om de aambeien. Dit heet barron-ligatie.

    De elastiekjes knellen de aambeien af. Hierdoor sterven ze na een paar dagen af. Na 5 tot 10 dagen vallen de aambeien met de elastiekjes mee uit bij de ontlasting. Het wondje dat achterblijft, geneest met een klein litteken. Dit duurt ongeveer 3 tot 4 weken.

    Soms is één behandeling niet genoeg en moet deze later herhaald worden.

  • Verwijderen van anale skintags

    Anale skintags worden ook wel fliebers of uitgedoofde aambeien genoemd.

    Ze kunnen problemen geven, zoals het lastig schoonmaken van de anus. Ook kunnen ze hinderlijk zijn, bijvoorbeeld bij het fietsen. Daarom kan het soms nodig zijn om ze te verwijderen. De arts stelt de diagnose op de poli of proctopoli.

    Het verwijderen gebeurt meestal op de operatiekamer. Dit gebeurt onder narcose, omdat het gebied heel gevoelig is. Een lokale verdoving werkt vaak niet goed of doet teveel pijn. Tijdens de operatie snijdt de chirurg de skintags weg. De wond wordt dichtgemaakt met oplosbare hechtingen. Na de operatie wordt vaak pijnstillende zalf en een gaasje aangebracht.

  • Behandeling van spataderen

    Het is niet altijd nodig om spataderen te behandelen. Welke behandeling nodig is, hangt af van hoe ernstig de spataderen zijn en wat de dokter ziet tijdens het onderzoek. Er zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk. De meeste behandelingen gebeuren op de Behandelpolikliniek. Voordat de behandeling begint, is het belangrijk dat uw huid niet te bruin is van de zon.

    Wegspuiten van spataderen (sclerocompressietherapie)
    Behandeling van grote en middelgrote spataderen
    Met een echo kijkt de dokter naar de spatader. De spatader wordt ingespoten met schuim. Daarna krijgt u een elastische kous of een drukverband om het been. Dit zorgt ervoor dat de ader dichtgaat. Na een tijdje verandert de spatader in littekenweefsel en is bijna niet meer zichtbaar. Het lijkt alsof de spatader is weggespoten. Voor het inspuiten gebruikt de dokter een heel dun naaldje. U krijgt meerdere prikjes. De behandeling duurt ongeveer 15 minuten. Na de behandeling moet u een steunkous dragen. Hoelang dat moet, hangt af van de grootte van de spatader.

    Behandeling van kleine spataderen
    Bij kleine spataderen wordt geen echo gebruikt. De zichtbare vaatjes worden ingespoten met vloeistof of schuim. Daarna krijgt u een elastische kous of drukverband om het been. Het effect is hetzelfde als bij de behandeling van grote spataderen. De behandeling duurt ongeveer 15 minuten. Na de behandeling moet u een steunkous dragen. Hoelang dat moet, hangt af van de grootte van de spataderen. Het resultaat ziet u pas na 3 maanden. Vaak zijn er meerdere behandelingen nodig om alles weg te krijgen. Als u niet verzekerd bent, betaalt u per behandeling.

    Ambulante flebectomie volgens Muller
    Deze methode is geschikt voor middelgrote spataderen die dicht onder de huid liggen. De dokter tekent de spatader af en verdooft het gebied met meerdere prikjes. Daarna haalt de dokter het bloedvat eruit via kleine sneetjes van 1 tot 2 millimeter. Op de wondjes plakt de dokter speciale pleisters. Deze handeling herhaalt de dokter meerdere keren langs de ader. Er komen bijna geen littekens en de spataderen worden echt weggenomen. Mannelijke patiënten wordt gevraagd om de benen rond de spataderen te scheren. De behandeling duurt ongeveer 30 tot 45 minuten. Na de behandeling blijft u nog een half uur in het ziekenhuis. U moet daarna een week een steunkous dragen.

    Plaatselijk afbinden
    Als een klep in de lies of knieholte niet goed werkt, maakt de dokter een kleine snee op die plek. Daarmee wordt de verbinding tussen de oppervlakkige spatader en de grote beenader verbroken. Ook andere zijtakken van de oppervlakkige spatader worden afgesloten. Daarna wordt de oppervlakkige spatader op het been weggespoten met een speciale vloeistof.

    Het strippen van spataderen
    Als meerdere kleppen van de oppervlakkige spatader kapot zijn, wordt de ader meestal verwijderd. De dokter maakt een snee in de lies of knieholte om de verbinding tussen de oppervlakkige spatader en de grote beenader te stoppen. Daarna wordt via een klein sneetje onder de knie met een speciaal hulpmiddel, de stripper, de ader uit het been gehaald. In het gebied waar de ader zat, kan soms een blauwe plek ontstaan. Die gaat meestal binnen een paar weken vanzelf weg. Als er veel spataderen zijn, kunnen bij dezelfde operatie ook kleine zijadertjes worden weggehaald met kleine sneetjes onder de huid (flebectomie). Restjes spataderen kunnen later worden weggespoten. Het strippen van spataderen doet alleen de chirurg.

    Operatieve behandeling van een open been
    Bij deze behandeling worden kleine verbindingen tussen de oppervlakkige en diepe aderen rondom het open been weggehaald. Afhankelijk van hoe groot de operatie is, gebeurt dit meestal als dagbehandeling of met een korte opname in het ziekenhuis. De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving of onder volledige narcose in de operatiekamer. De arts, de anesthesioloog en de medewerkers van de afdeling Intake leggen u alles uit tijdens het preoperatieve gesprek. Deze behandeling wordt alleen door de chirurg gedaan.

  • Besnijdenis

    Bij een circumcisie wordt de voorhuid van de penis verwijderd. Deze ingreep gebeurt in de volgende situaties:

    • bij een ernstige vernauwing van de voorhuid. Dit kan zorgen voor problemen met plassen, pijn bij een erectie of tijdens seks, of ontstekingen van de voorhuid en/of eikel;
    • bij vermoeden van een kwaadaardig gezwel (ook wel maligniteit genoemd);
    • om religieuze redenen, als het geloof dit voorschrijft;
    • om hygiënische redenen.

    Tijdens de ingreep wordt de voorhuid helemaal of deels weggehaald. Als er vernauwing en ontstekingen zijn, wordt meestal de hele voorhuid verwijderd. Dan blijft de eikel na de ingreep onbedekt. De huid van de eikel kan dan een paar weken gevoelig zijn. Daarna wordt dat minder en is het niet meer hinderlijk.

    Vaak zitten er verklevingen tussen de voorhuid en eikel. Die worden tijdens de operatie losgemaakt. Hierdoor kan de eikel de eerste dagen na de ingreep rood, gezwollen en geïrriteerd zijn. Hier hoeft u zich geen zorgen over te maken. Na ongeveer een week ontstaat er een nieuwe huidlaag.

    De hechtingen lossen vanzelf op. Soms krijgt u een drukverband. De operatie duurt ongeveer 30 minuten.

  • Buikwandbreuk

    De behandeling van een buikwandbreuk gebeurt meestal als dagbehandeling. Soms blijft u één nacht in het ziekenhuis.

    De chirurg maakt een snee op de plek van de breuk. De uitstulping van het buikvlies wordt teruggeduwd. De zwakke plek of opening in de buikwand wordt gerepareerd. De buikwand wordt sterker gemaakt door het weefsel met stevige hechtingen aan elkaar te maken. Soms plaatst de chirurg een kunststof gaasje om het extra te verstevigen.

    De operatie duurt meestal tussen de 45 minuten en anderhalf uur. Dit hangt af van waar de breuk zit en hoe groot deze is. De huid wordt dichtgemaakt met hechtingen. Dit kunnen oplosbare hechtingen zijn, maar soms ook niet-oplosbare, afhankelijk van de grootte en het soort breuk.

  • Compressietherapie

    Als u vocht in uw benen heeft (oedeem) of wonden aan uw benen, kan compressietherapie helpen. Ook bij een trombosebeen hoort compressietherapie soms bij de behandeling.

    Bij compressietherapie krijgt u een zwachtel of een elastische kous om uw been. Deze geven druk op het been, zodat het bloed makkelijker terug kan stromen naar het hart.

    Meestal begint de behandeling met zwachtels. Als het vocht uit uw benen is verdwenen, krijgt u een elastische kous op maat. De zwachtelbehandeling kan een paar weken duren. Afhankelijk van hoe erg het is, wordt u 1 of 2 keer per week opnieuw gezwachteld.

  • Hoofdhuidkoeling

    Bij chemotherapie kunnen de haarvormende cellen beschadigd raken, waardoor u vaak helemaal kaal wordt. Dit is tijdelijk, maar voor veel mensen erg ingrijpend en moeilijk.

    Hoofdhuidkoeling kan helpen om haaruitval te verminderen of te voorkomen. Hierdoor kunt u zich beter voelen over uw uiterlijk en uw kwaliteit van leven kan verbeteren.

    Ongeveer de helft van de patiënten die zonder hoofdhuidkoeling veel haarverlies zouden krijgen, is tevreden over het resultaat met de koeling. Of hoofdhuidkoeling bij u werkt, is vooraf niet zeker. Dit hangt onder andere af van het soort chemotherapie dat u krijgt. Uw verpleegkundige kan u hierover meer vertellen.

  • Ingegroeide nagel

    Bij een ingegroeide nagel is het nodig om de nagel smaller te maken. Dit kan op verschillende manieren:

    • de nagelrand wordt weggeknipt;
    • een deel van de nagelwortel wordt verwijderd;
    • of er wordt een speciale vloeistof gebruikt om het probleem aan te pakken.

    Welke methode wordt gekozen, hangt af van uw situatie. Soms beslist de arts samen met u om de nagel (gedeeltelijk) helemaal te verwijderen. Tijdens de behandeling kan de arts ook besluiten om een hechting te plaatsen.

    Na de behandeling krijgt u een verband om uw hand of voet. Dit verband moet 24 uur blijven zitten. Daarna kunt u de plek verzorgen met een pleister of een nieuw verband, afhankelijk van de pijn. De behandeling vindt plaats op de polikliniek, onder plaatselijke verdoving.

  • Liesbreukoperatie

    Een liesbreuk is een uitstulping van het buikvlies in de liesstreek, dat is de overgang tussen buik en benen. Deze uitstulping ontstaat doordat er een zwakke plek of opening in de buikwand zit. Het buikvlies en soms een deel van de buikinhoud kan hierdoor naar buiten komen, waardoor er een zwelling in de lies ontstaat.

    Liesbreuken kunnen aangeboren zijn, wat betekent dat de zwakke plek er al vanaf de geboorte is. Deze plek kan in de loop van het leven verzwakken, waardoor een echte liesbreuk ontstaat. Een liesbreuk kan ook ‘verworven’ zijn, doordat de buikwand uitrekt of scheurt door factoren zoals gewichtstoename, veel en zwaar tillen, hard persen of veel hoesten. Tijdens de operatie wordt een kunststof matje geplaatst om de opening in de buikwand te sluiten en de buikwand te verstevigen. De ingreep duurt ongeveer 45 tot 60 minuten.

    Klassieke methode
    Bij de klassieke methode maakt de chirurg een snee van ongeveer 10 tot 12 cm aan de voorkant van de lies. Via deze opening wordt een kunststof matje geplaatst. Dit matje komt onder de huid en het onderhuidse vetweefsel, direct op de buikwand te liggen. Het matje zorgt ervoor dat de zwakke plek in de buikwand wordt afgesloten en verstevigd.

    Kijkbuismethode
    Bij deze methode wordt het kunststof matje via drie kleine sneetjes geplaatst:

    • eén sneetje van ongeveer 2-3 cm net onder de navel;
    • twee sneetjes van ongeveer 1 cm in de middellijn onder de navel.

    Het matje wordt tussen het buikvlies en de buikspieren aangebracht, aan de binnenkant van de buikwand.

    Voordelen van de kijkbuismethode

    • Veel minder pijn na de operatie;
    • Sneller herstel (ongeveer twee keer zo snel als bij de klassieke methode);
    • Slechts drie kleine littekentjes;
    • Minder kans op chronische pijnklachten in de lies.

    Belangrijke punten

    • De operatie is technisch moeilijk en vereist veel ervaring;
    • Mag alleen worden uitgevoerd door goed getrainde chirurgen;
    • In Spijkenisse Medisch Centrum is er ruime ervaring met deze methode (meer dan 1000 operaties uitgevoerd, ongeveer 150-200 per jaar).

    Wanneer is deze methode niet geschikt?

    • Bij een zeer grote breuk, bijvoorbeeld wanneer deze helemaal tot in de balzak reikt;
    • Als u eerder een ‘gewone’ operatie met een snee in de onderbuik hebt gehad;
    • In deze gevallen wordt meestal de klassieke methode toegepast.
  • Verwijderen van de galblaas (cholecystectomie)

    De meest voorkomende aandoening van de galblaas is de vorming van galstenen. Deze stenen veroorzaken niet altijd klachten. Pas als er klachten zijn, wordt vaak geadviseerd om de galblaas te verwijderen (cholecystectomie). Ook bij een ontsteking van de galblaas kan een operatie nodig zijn.

    Er zijn twee manieren om de galblaas te verwijderen:
    1. Kijkoperatie (laparoscopische cholecystectomie): via kleine sneetjes in de buik wordt de galblaas verwijderd. Dit is de meest gebruikte methode en zorgt voor sneller herstel.
    2. Open operatie: bij moeilijke situaties of complicaties wordt een grotere snee gemaakt om de galblaas te verwijderen.

    Laparoscopische galblaasverwijdering
    Bij deze operatie gebruikt de arts een laparoscoop: een dunne buis met een videocamera en licht, die via een klein sneetje bij de navel in de buikholte wordt gebracht. Voordat de laparoscoop wordt ingebracht, wordt de buik opgeblazen met kooldioxidegas. Dit gas geeft ruimte om beter te kunnen kijken, maar kan soms na de operatie tijdelijk schouderpijn veroorzaken doordat het middenrif geprikkeld raakt. Dit gaat vanzelf weer over.

    Via nog enkele kleine sneetjes in de buik worden speciale instrumenten ingebracht om de galblaas los te maken en te verwijderen. Soms laat de arts een wonddrain achter om vocht af te voeren.

    Het kan tijdens de operatie voorkomen dat de arts constateert dat de galblaas niet veilig laparoscopisch verwijderd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld komen door een hevige ontsteking of veel littekenweefsel. In dat geval wordt alsnog een open operatie gedaan. Soms wordt de operatie zelfs vroegtijdig gestopt als verder opereren te risicovol is. Omdat dit pas zichtbaar wordt tijdens de ingreep, moet u rekening houden met deze mogelijkheid.

    Convectionele galblaasverwijdering
    Bij deze operatie maakt de arts een grotere snee van ongeveer 10 tot 15 cm in de buik, meestal in het midden van de bovenbuik of aan de rechterkant onder de ribbenboog. Via deze snee wordt de galblaas verwijderd. Deze methode wordt toegepast als het niet veilig is om de galblaas via een kijkoperatie te verwijderen, bijvoorbeeld bij ernstige ontsteking of veel littekenweefsel.

Speciale spreekuren

  • Mammachirurgie

    Heeft u een knobbeltje in uw borst, een afwijking op de foto van het bevolkingsonderzoek of een ander borstprobleem? Dan kunt u, na verwijzing door uw huisarts, terecht op de mammapolikliniek. Deze is geopend op maandag, woensdag en vrijdag.

    Samenwerken aan een passend behandelplan bij borstkanker
    We werken samen om de zorg voor borstkanker te verbeteren — in het spreekuur, binnen het ziekenhuis en in het hele samenwerkingsverband. Wilt u meer weten? Bekijk dan de vlog: ‘Samenwerken aan passend behandelplan bij borstkanker’.

  • Hand- en polschirurgie

    In Spijkenisse Medisch Centrum kunt u terecht voor alle soorten klachten aan hand en pols. Of het nu gaat om een eenvoudige of een complexere aandoening, wij helpen u graag. De behandelingen vinden plaats op vrijdagen bij dr. N. Schep.

  • Vaatchirurgie

    Vaatchirurgie richt zich op aandoeningen van de bloedvaten, zoals:

    • spataderen (flebologie);
    • vernauwing van de halsslagader (carotis);
    • verwijding van de grote buikslagader (aneurysma aorta abdominalis, AAA);
    • vernauwingen in de beenslagader.

    Daarnaast behandelen vaatchirurgen ook:

    • diabetische voetklachten;
    • veneuze malformaties (aangeboren afwijkingen aan de aderen);
    • aanleg van shunts bij dialysepatiënten.

    Alle vaatchirurgen werken ook in het Maasstad ziekenhuis. Bij een operatie verwijst de vaatchirurg u hierheen en zet daar de behandeling voort.

    U kunt bij de vaatchirurgie terecht op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag.

  • Traumachirurgie

    Traumachirurgie behandelt patiënten met verwondingen door ongelukken, zoals:

    • botbreuken;
    • letsels aan pezen;
    • uitwendig letsel (bijvoorbeeld snijwonden);
    • inwendig letsel aan organen.

    Patiënten komen vaak via de Spoedeisende Hulp binnen, maar ook via verwijzing van de huisarts, bijvoorbeeld bij aanhoudende klachten na een oud letsel.

    U kunt voor traumachirurgie terecht op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag.

  • Flebologie

    Voor de behandeling van spataderen werken vaatchirurgen en dermatologen binnen Spijkenisse Medisch Centrum nauw samen. Tijdens een gezamenlijk overleg wordt uw situatie besproken, waarna wordt besloten of de behandeling door de vaatchirurg of de dermatoloog zal worden uitgevoerd.

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Traumachirurgie
  • Algemene chirurgie
  • Chirurgie bij kinderen

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Oncologische chirurgie
  • Gastro-intestinale chirurgie
  • Algemene chirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Vaatchirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Mammachirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Buikwand chirurgie
  • Colorectale chirurgie
  • Oncologische chirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Traumachirurgie
  • Algemene chirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Vaatchirurg

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Vaatchirurg

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Algemene chirurgie
  • Buikwandchirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Algemene chirurgie
  • Buikwand chirurgie
  • Gastro-entrologische chirurgie
  • Longchirurgie
  • (bij)Schildklierchirurgie

 

 

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Traumachirurgie
  • Hand- en polschirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Vaatchirurgie
  • Algemene chirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Oncologische chirurgie

Chirurg

Aandachtsgebieden:

  • Traumachirurgie
  • Ribfracturen
  • Kindertraumatologie
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.